-
1 bezoeken
♦voorbeelden:iemand onverwachts bezoeken • pay someone a surprise visitopnieuw/weer bezoeken • revisit -
2 bezoek brengen
v. pay a visit, make a visit -
3 bezoek afleggen
v. pay a visit -
4 achteren
♦voorbeelden:verder naar achteren • further back(wards)hij heeft ogen van achteren en van voren • he's got eyes in the back of his headvan achteren • from behind -
5 afleggen
2 [zich ontdoen van iets vervelends] shed4 [ten einde volgen] cover5 [met betrekking tot een lijk] lay out♦voorbeelden:een last afleggen • lay aside a burdeneen examen afleggen • sit for/take an exam(ination)het (moeten) afleggen tegen iemand/iets op het gebied van • lose out to someone/something on -
6 bezichtigen
-
7 een bezoek afleggen
een bezoek afleggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een bezoek afleggen
-
8 naar achteren gaan
naar achteren gaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > naar achteren gaan
-
9 bezoek
♦voorbeelden:iemand een kort bezoek brengen • pay someone a brief visitop bezoek gaan bij iemand • pay someone a visitwe komen morgen even op bezoek • we'll drop by tomorrowhij komt hier voor een paar dagen op bezoek • he's coming to stay for a few daysop bezoek vragen • inviteBrussel is een bezoek waard • Brussels is worth visiting2 bezoek hebben/krijgen • have a visitor/visitorswe kregen onverwacht bezoek • we received unexpected guestsop deze kamer mag je geen bezoek ontvangen • no visitors are allowed in this room -
10 visite
-
11 bij iemand op visite gaan
bij iemand op visite gaanpay someone a visit, call on/visit someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij iemand op visite gaan
-
12 onverwacht bij iemand langskomen
onverwacht bij iemand langskomenvisit someone unexpectedly, pay someone a surprise visitVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onverwacht bij iemand langskomen
-
13 onverwacht
♦voorbeelden:onverwacht aankomen • arrive unexpectedlydat soort dingen gebeurt altijd onverwacht • that sort of thing always happens when you least expect itonverwacht bij iemand langskomen • visit someone unexpectedly, pay someone a surprise visit -
14 iemand een kort bezoek brengen
iemand een kort bezoek brengenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand een kort bezoek brengen
-
15 iemand onverwachts bezoeken
iemand onverwachts bezoekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand onverwachts bezoeken
-
16 op bezoek gaan bij iemand
op bezoek gaan bij iemandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op bezoek gaan bij iemand
См. также в других словарях:
pay a visit — pay (someone/something) a visit to go to see someone or something. Yesterday a police detective paid us a visit and asked a lot of questions. The three elderly women decided to pay a visit to a spa and had a great time. Related vocabulary: pay a… … New idioms dictionary
pay a visit — to urinate Shortened form of pay a visit to the lavatory and punning on making a social call. Very common of urination but seldom of defecapay … How not to say what you mean: A dictionary of euphemisms
pay a visit — visit, make a visit, drop by … English contemporary dictionary
pay a visit — go to visit someone, drop over I must pay her a visit. I want to see her before we move … English idioms
Pay per Visit — Dt. Bezahlung pro Besuch . Bei diesem Verfahren fallen Kosten für jeden Besuch an, der über ein Werbebanner oder einen Link auf eine Website erfolgt … SEO Wörterbuch
pay someone a visit — pay (someone/something) a visit to go to see someone or something. Yesterday a police detective paid us a visit and asked a lot of questions. The three elderly women decided to pay a visit to a spa and had a great time. Related vocabulary: pay a… … New idioms dictionary
pay something a visit — pay (someone/something) a visit to go to see someone or something. Yesterday a police detective paid us a visit and asked a lot of questions. The three elderly women decided to pay a visit to a spa and had a great time. Related vocabulary: pay a… … New idioms dictionary
visit — [n] social call upon another appointment, call, evening, holiday, interview, sojourn, stay, stop, stopover, talk, tarriance, vacation, visitation, weekend; concepts 226,227 visit [v1] be a guest of call, call on, chat, come around, come by,… … New thesaurus
visit — n Visit, visitation, call are comparable when they mean a coming to stay with another, usually for a brief time, as a courtesy, an act of friendship, or a business or professional diity. Visit applies not only to such a stay with another {pay a… … New Dictionary of Synonyms
Pay — Pay, v. t. [imp. & p. p. {Paid}; p. pr. & vb. n. {Paying}.] [OE. paien, F. payer, fr. L. pacare to pacify, appease, fr. pax, pacis, peace. See {Peace}.] 1. To satisfy, or content; specifically, to satisfy (another person) for service rendered,… … The Collaborative International Dictionary of English
pay a call — pay a visit, go visit (someone) … English contemporary dictionary